Eenheid en onze heilige Moeder Maria


(vanuit een protestants gezichtspunt)

door dominee Sverker Trônet


Deze toespraak is gehouden op de internationale bijeenkomst van 'Het Ware Leven in God', te Jeruzalem, in mei 1998


Mij is gevraagd om vanuit protestants gezichtspunt te spreken over de eenheid van de Kerk en over onze Moeder Maria. Allereerst moet ik iets zeggen over mijn protestant-zijn, mijn Lutheraan-zijn.

De kerk van Zweden is geheel gescheiden van de Kerk van Rome en de Paus, tijdens de Reformatie in de 16e eeuw. Het was de koning, die de enige heerser van zijn land wilde zijn en geen enkele inmenging vanuit het buitenland duldde, dat wil zeggen van de Paus en de bisschoppen die ook veel wereldlijke macht bezaten.
De leerstellingen van Maarten Luther kwamen zeer goed overeen met de bedoelingen van de koning. De koning nam de plaats van de Paus in. Vanuit Duitsland, het moederland van de Reformatie, werd de belangrijkste van de reformatorische belijdenissen ingevoerd - de Augsburgse belijdenis - die kritisch stond tegenover de misbruiken in de laatmiddeleeuwse Kerk, maar anderzijds zeer traditioneel was, zonder de intentie iets nieuws te leren, maar alleen getuige wilde zijn van het geloof van de ene, heilige, katholieke (dus Romeinse) en apostolische Kerk. De Augsburgse belijdenis wordt tegenwoordig beschouwd, door de officiële katholieke en Lutherse oecumenische commissie, als een katholieke intentie te hebben en een wil tot oecumene.

Er heeft heel zeker een grote verandering plaatsgehad in de kerk van Zweden en voor de gelovigen in de tijd van de Reformatie, maar er was ook een zekere continuïteit. Sommige priesters en bisschoppen verlieten het land, maar enkelen bleven en redden wat te redden was.

Na de beroering van de Reformatie was er maar één kerk van Zweden. Er waren nog steeds priesters en bisschoppen, die nu konden trouwen. De heilige Mis werd gevierd maar in het Zweeds in plaats van in het Latijn, en de mensen communiceerden onder twee Gedaanten. Maria en de heiligen verdwenen spoedig, en zo gebeurde het ook met de kloosters, dikwijls met geweld. De Bijbel werd vertaald en er was katechetisch onderwijs op de scholen. Gedurende deze eeuwen was er geen alternatief. Zweed zijn betekende Lutheraan zijn. Vandaag, ondanks een radicale secularisatie, behoren de meeste Zweden tot de kerk die niet langer wordt geregeerd door de koning maar door democratisch gekozen politici en hun partijen. Ik kan mijzelf geen protestant of Lutheraan noemen, want ik behoor tot de kerk van Zweden.

Ik denk niet dat de Reformatie in Zweden, uit religieus oogpunt bezien, zou kunnen worden gerechtvaardigd of noodzakelijk was voor het welzijn van de Kerk, maar ik kan enkele goede dingen in haar zien, ondanks de onbetwistbaar slechte dingen, en ook wat deze goede dingen gingen betekenen voor de toekomst.

De Bijbel, gelezen binnen de horizon van de oude traditie en de Augsburgse belijdenis, werd behouden als de eerste en laatste autoriteit voor het geloof. Dit was wat de kerk van Zweden bewaarde als een volkomen orthodox christelijke kerk, ondanks haar scheiding van Rome. Maar u kunt zich voorstellen wat er vandaag gebeurt als de Bijbel, tenminste in de praktijk, niet langer een autoriteit is, en als er in het geheel geen notitie van wordt genomen, ze geïnterpreteerd wordt volgens de waan van de dag.

Aan het voorbeeld van de kerk van Zweden kunt u, zowel positief als negatief, de vitale noodzaak van de eenheid van de Kerk zien, in tijd en ruimte, in gemeenschap met alle andere lokale kerken over de gehele wereld, inzake de bisschoppelijke eenheid met de bisschop van Rome, maar ook om in gemeenschap te zijn met de heiligen van alle tijden, wat een actieve herinnering aan de traditie betekent. Als een kerk zowel haar geheugen heeft verloren, als is afgesneden van de universele Kerk, is ze blootgesteld aan de druk van de wereld en moderne seculiere opinies, zonder de door God gegeven verdediging en correctief. Ik geloof dat alleen de hereniging met Rome de kerk van Zweden kan redden en bewaren als een christelijke Kerk.
Dit als een voorbeeld. Nu iets meer algemeen over de christelijke eenheid. Er zijn zeker veel dingen die de christenen bijeenhouden, ook van de verschillende denominaties. Wij geloven in en bidden tot dezelfde Drieëne God. Wij geloven in de menswording van de Zoon van God. Wij geloven allen in de verlossende dood en verrijzenis van Jezus Christus. Wij zijn gedoopt met hetzelfde doopsel, ook al kunnen niet alle christenen samen ter communie gaan, wij geloven dat wij ontvangen en zijn verenigd tot het ene en zelfde Lichaam van Christus in de verschillende kerken. Met lichte variaties delen wij hetzelfde geloof. Is dat niet voldoende? Onze Heer bidt tot de Vader, in Zijn Hogepriesterlijke gebed, in het zeventiende hoofdstuk van Sint Jan, en zegt: "Mogen zij allen een zijn... opdat de wereld moge geloven dat U Mij gezonden hebt." (17, 21)

De eenheid waarvoor Jezus bidt is niet alleen een spirituele eenheid, maar een zichtbare eenheid in deze zichtbare wereld, "opdat de wereld moge geloven". De Kerk is ongetwijfeld een instrument in Gods handen voor de redding van de wereld. Het is Gods kerk . Hij heeft haar gesticht overeenkomstig Zijn plan en voor Zijn doeleinden. Dat de Kerk één en zichtbaar moet zijn is ongetwijfeld een deel van de wil en de intentie van de Stichter. De zichtbare eenheid behoort tot de natuur van de Kerk en is zeer belangrijk en heeft een zeer hoge prioriteit. Zichtbare eenheid vraagt om een zichtbaar centrum van eenheid. Voor de lokale gemeenschap is er de parochiepriester. Voor het diocees de bisschop. Voor het patriarchaat de patriarch. En voor de hele kudde, voor de universele Kerk, is het de Paus.

Dat er een Paus zou moeten zijn is een deel van Christus' plan voor de Kerk. Dat is het niet wat ter discussie stond vanaf het begin, bij de hervormers. Slechts een misbruik van de pauselijke macht. Dat er een primaatschap van de Paus is en zou moeten zijn blijkt duidelijk uit het Evangelie. En zo zeker als er een apostolische successie (opvolging) is vanaf de apostelen tot de bisschoppen, zo zeker is er een primaatschap van Petrus vanaf Sint Petrus tot de opvolgers op de apostolische troon in de Kerk van Rome.

Kan een protestant dat werkelijk zeggen? Er zijn liberale protestanten die dat niet zullen zeggen, want ze zouden zeggen dat het Pausschap een deel is van een patriarchale structuur. Er zijn anderen die de belijdenisformules uit de zestiende eeuw zouden herhalen en uiteindelijk zeggen dat de Paus de Antichrist is. Maar als u met 'protestant' een persoon bedoelt die trouw wil zijn aan de Bijbel, die wil lezen met de bril van de oude orthodoxe en katholieke traditie, zou een protestant zeker kunnen zeggen dat het Pausschap door Christus is ingesteld.

In de pauselijke encycliek van 1995, 'Ut Unum Sint', vroeg paus Johannes Paulus II aan de leiders van de niet-katholieke Kerken met hem na te denken over de vormen waarin het Primaat van Petrus het best zijn zending kan dienen, "dat zij allen één mogen zijn... opdat de wereld gelove..." Wat betreft de kerk van Zweden en de Anglicaanse kerk zou zijn uitnodiging drie jaar eerder zeer interessant geweest zijn, maar in 1995 waren er al dingen gebeurd in deze kerken die de dialoog onmogelijk lijken te maken.

De oecumenische dialoog tussen de kerk van Zweden en Rome was enkele jaren geleden, tussen 1989 en 1993 veelbelovend. De Zweedse aartsbisschop verklaarde vanaf het hoogaltaar in de Sint Pieter, in tegenwoordigheid van paus Johannes Paulus II: "Het moment is gekomen om te verklaren dat de openlijke veroordelingen uit de tijd van de Reformatie niet langer gelden." De Paus bezocht Zweden en kardinaal Cassidy, het hoofd van het Pauselijk secretariaat voor de christelijke eenheid, wenste een onderzoek van en een dialoog over de apostolische successie in de kerken van Finland en Zweden, om te zien wat er nodig is voor een volledige erkenning.

In de kwestie over de belangrijke reformatorische leer over 'rechtvaardiging door het geloof' is een overeenstemming bereikt tussen Rome en de Lutheranen. Een dialoog die minstens zo veelbelovend was, was gaande tussen Rome en de kerk van Engeland. Maar in beide gevallen kwam ze tot een einde vanwege nieuwe verdeeldheid zaaiende ontwikkelingen. Johannes Paulus II verklaarde met Pinksteren 1994 dat de Kerk geen enkel recht heeft om vrouwen tot priester te wijden en dat deze beslissing definitief is voor alle gelovigen in de Kerk. Slechts vier en een halve maand later verklaarden de bisschoppen en andere leiders van de kerk van Zweden dat "Je niet tot priester gewijd kunt worden, tenzij je vrouwen als priester aanvaardt".

De Lutherse wereldfederatie verklaarde dat zij niet zonder zouden zijn of vrouwelijke priesters zouden opofferen terwille van de eenheid. Daarna zijn twee vrouwen in Zweden tot bisschop benoemd en zijn er meer vrouwen dan mannen gewijd of op weg naar de wijding. Er is ook een erg duidelijk uitgesproken feministische theologie, die nieuwe uitleg geeft van het geloof en ook de moraal. Deze ontwikkeling heeft een totaal relativisme noodzakelijk gemaakt. Je kunt niet kritiseren en zeggen dat het niet overeenstemt met de Bijbel. Zij zullen antwoorden: "Het zijn slechts beelden en symbolen en alles kan. Je zou net zo goed kunnen zeggen dat God onze Moeder is als dat Hij onze Vader is."

Deze ontwikkeling (in Zweden, Engeland en ook in andere landen) heeft scheidingen schijnbaar noodzakelijk gemaakt binnen de kerken van Zweden en Engeland, en groepen proberen nu hun weg te vinden. De ogen zijn natuurlijk op Rome gericht. De situatie wordt als zo ernstig voor de kerk van Zweden ervaren dat veel mensen zich afvragen of ze wel zal overleven. Mijn persoonlijke gevoelen is dat alleen het één-zijn met de Kerk die Christus op Petrus heeft gegrondvest ons zou kunnen redden van het veranderd worden in iets anders dan een christelijke Kerk of voor vernietiging. Alleen een Kerk in vereniging met Petrus zou terecht haar vertrouwen kunnen stellen in de belofte van Christus: "Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen." (Mt. 16, 18)

Onze heilige Moeder Maria wordt samen met de Paus, door de typische protestanten beschouwd als typisch katholiek en moet dus worden gemeden. De Paus is met één klap van het zwaard gescheiden van de kerk van Zweden. Maria bleef ongetwijfeld in de harten van de gelovigen van de eerste reformatie-generatie. Dat was iets waar de koning niets aan kon doen. Maar toen de Rozenkrans werd verboden en de meeste Mariabeelden verwijderd, was er ook geen plaats meer voor onze Moeder Maria in de Zweedse protestante harten. Men kan slechts speculeren over de betekenis hiervan. Te leven zonder onze Moeder die onze Heer aan onze Kerk had gegeven.

Typisch genoeg is in het liberale protestantisme Jezus niet Emmanuël, dat is God met de mens, maar Hij is mens met God en dat is wat Maria in werkelijkheid is. Om te leven zonder Maria als Moeder en Ideaal, heeft het protestantse christendom meer gemaakt tot een onderrichting om te begrijpen dan een leven om te leven. De Kerk in de Reformatie werd meer een school dan een plaats voor gebed en aanbidding. Tegelijkertijd moet worden gezegd dat Maria niet uit de onderrichting van de Kerk werd verbannen, maar haar plaats was zeer op de achtergrond.

Daarom kun je in de belijdenisgeschriften, in de hymnen en in de geschriften van Maarten Luther zinnen vinden die op de een of andere manier de onderrichting van alle Mariale dogma's beamen, hoewel niet als dogma's. Dit, samen met andere gelijke katholieke elementen, is niet zonder consequenties geweest voor een mariale renaissance in de kerk van Zweden, en het heeft het ook mogelijk gemaakt om in de kerk van Zweden te blijven met een katholiek geloof, zonder een conflict met de officiële lering.

Zoals er geen problemen zijn met Petrus en de Paus, zo zijn er ook geen moeilijkheden voor een Bijbelse protestant over wat onze oude oecumenische aartsbisschop Nathan Soderblom noemde de evangelisch-katholieke traditie, om het katholieke en orthodoxe geloof over onze Moeder Maria te delen. Het probleem met hedendaagse protestantanten is dat velen van hen, ik spreek op de eerste plaats over de kerk van Zweden, maar misschien kan dat ook worden gezegd over de Lutheranen en de Anglicanen in West-Europa en in de Verenigde Staten, dat ze niet langer lijken te geloven in Gods openbaring noch in de Bijbel als het Woord van God. Maar als het Woord van God een lamp is voor je voeten en een licht op je pad, zal het je ertoe leiden Maria te eren en te zegenen.

We kunnen als zeker aannemen dat alle daden en woorden van onze Heer een bedoeling hadden, niet alleen voor een op zichzelf staande situatie waarin ze zijn verricht of gesproken, maar bedoeld waren voor de Kerk die Hij stichtte, en daarom een universele bedoeling hadden en tot het einde van de tijd moesten gelden. Daarom is het heel natuurlijk te zien dat Jezus, vanaf het Kruis, Maria heeft gegeven om niet alleen de Moeder van Johannes te zijn, maar van alle apostelen en de gehele Kerk in alle tijden en plaatsen.

Daarnaast worden we geleid door het woord van God om met Johannes "het grote teken te zien dat aan de hemel verscheen: een Vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren". Natuurlijk is dit Maria. Zij leeft, zij is opgenomen in de hemel met haar lichaam en gekroond tot Koningin van hemel en aarde. Wij kunnen ons tot haar wenden en om haar moederlijke zorg vragen en om haar gebeden voor ons. Maria is de Moeder van de Kerk, maar zij is ook de Kerk en onze Moeder. Zij is de verpersoonlijking van de Kerk. In haar is alles waarop wij wachten reeds vervuld en zij is reeds daar waar wij hopen haar en haar Zoon te ontmoeten, in de hemel.

Op deze manier zou ik kunnen doorgaan, van de Bijbel tot het katholieke dogma. En in het geval van bijvoorbeeld het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis, waar het niet absoluut vanzelfsprekend is, uit de Bijbel, dat 'Gratia plena' 'Vol van genade' betekent dat er nooit enige plaats in Maria was voor de zonde, ben ik er ten volle zeker van dat de Heilige Geest de Kerk heeft geleid tot de volledige Waarheid overeenkomstig de belofte van Jezus (Joh. 16, 13).

Onder de vele titels van onze Moeder en onder alles wat zij is, laat ons haar vragen om voor de Kerk de Moeder van Eenheid te zijn. Die eenheid waarvoor Jezus heeft gebeden en die zo erg moeilijk lijkt te zijn, soms zelfs onmogelijk. Laten wij dat toevertrouwen aan haar zorg en aan haar gebeden, dat ze spoedig moge komen, op het moment en op de manier die overeenstemt met Gods Wil.

Er is mij ook gevraagd te vertellen waarom ik de boodschappen van 'Het Ware Leven in God' steun. Als iemand mij over Vassula zou hebben verteld voordat ik haar zelf had gehoord en haar boodschappen had gelezen, zou ik ongetwijfeld niet geïnteresseerd geweest zijn, veronderstellend dat het een of andere dwaze sekte was. Ik zou niet hebben gezegd dat het onmogelijk was met profetieën, openbaringen of boodschappen als deze, maar ik had nooit eerder iets dergelijks ontmoet. Maar sinds ik Vassula voor het eerst in Rome heb gehoord, in maart 1995, ben ik ervan overtuigd dat het allemaal waar is.

Misschien zou ik kunnen zeggen dat ik de Stem herkende. Ik was zeer ontroerd en had tranen in de ogen. Sindsdien heb ik de boodschappen gelezen en ik ben nooit iets tegengekomen dat vreemd of eigenaardig klonk in vergelijking met wat ik uit de Bijbel en de traditie van de Kerk heb geleerd. Wat het meest voor mij heeft betekend is natuurlijk de vertrouwelijkheid van de boodschappen. De belangrijke positie van Maria. De centraliteit van de eenheid van de Kerk rond de Paus en ook de waarschuwingen om één te zijn met Paus Johannes Paulus II. Zoals u zult begrijpen heb ik, denk ik, gevallen van die geloofsafval gezien waarover Jezus in de boodschappen heeft gesproken. Wat voor mij niet onbelangrijk is, is ook het feit dat Vassula niet formeel Rooms-katholiek is, maar een katholiek leven leidt en het katholieke geloof heeft. Dat is ook mijn situatie en met mij die van velen in de kerk van Zweden.


Terug naar homepage